top of page

Erkenning, een psychologische noodzaak
Leestijd: circa 9 minuten

Erkenning kan iets klein zijn: een gebaar, een knik, enkele woorden van medeleven. Maar voor wie met onrecht leeft, kan het hét verschil maken tussen ‘bestaan’ en ‘overleven’. Psychologen, therapeuten en psychiaters wijzen er al decennialang op : wat niet erkend wordt, blijft onderhuids gisten, en kan zelfs doorgegeven worden van generatie op generatie; soms in stilte, soms in geweld. Maar wat houdt erkenning in, als we voorbij de symboliek kijken? En waarom blijft ze zo vaak uit, juist daar waar het nodig is? Ik ben geen psychologisch expert, maar benader het onderwerp aan de hand van enkele boeken die me ooit veel bijbrachten.

​

Waarom erkenning geen luxe is

Wat gebeurt er met een volk dat generaties lang in overlevingsmodus leeft? Wat gebeurt er wanneer vernedering, verlies en onrecht niet één keer maar herhaaldelijk plaatsvinden?

Er zijn woorden die hun kracht verliezen door herhaling en ‘trauma’ is daar één  van. We gebruiken het zelf vaak om schertsend om te beschrijven hoe getraumatiseerd we waren toen oom Karels broek per ongeluk afzakte tijdens het familiefeest, of toen een vrouw ’s ochtends op de pendeltrein haar teennagels zat te knippen, of die keer dat de buurvrouw een verrassingsdansje voorbereide voor haar jarige vriend, en zeven weken lang elke ochtend Toxic van Britney Spears draaide. We lachen ermee, omdat het veiliger voelt, omdat het woord trauma op die manier draaglijker wordt.

​

Maar echte trauma’s klinken anders, als ‘klinisch’, als iets dat kan behandeld worden na een diagnose en een reeks sessies, iets dat ‘op te lossen’ valt. En collectief trauma, het trauma van een volk, laat zich niet zomaar samenvatten in een protocol. Het is niet altijd even scherp te definiëren, soms is het onzichtbaar en diffuus maar toch allesdoordringend. Jean-Claude Métraux, een Zwitserse psychiater die met z’n boek ‘La Migration comme Métaphore’ me veel inzichten bijbracht, zegt het volgende over niet-erkende trauma:

                ‘[Zij] leven in een verstikkende sfeer waarin het spreken is gestopt, de herinnering vluchtig is, en het verdriet wordt doorgegeven zonder dat men de oorsprong kent.’

​

De kracht én de breuklijnen van verhalen

Collectieve trauma’s raken aan een collectieve identiteit. Métraux beschrijft Franse boerenfamilies in het Zuiden van Frankrijk wiens voorouders zwaar getroffen werden door de Eerste Wereldoorlog. Vaders kwamen getekend terug van het front, spraken niet, of konden niet spreken over wat ze meemaakten, en zetten zo onbedoeld een zwijgcultuur in gang waarin het lijden werd doorgegeven zonder taal. Het resultaat waren generaties van kinderen die opgroeien met een gevoel van verlies, angst of een niet te plaatsen schuld, omdat het oorspronkelijke trauma nooit taal kreeg en niet werd uitgesproken. Het trauma kreeg een naoorlogse echo over generaties heen, een constante zeurende gerommel op de achtergrond. Zoals de drones in het luchtruim boven Gaza…

​

Trauma (h)erkennen

Zuid-Afrika was in december 2023 het eerste land dat een genocideklacht indiende bij het Internationaal Gerechtshof, waarbij het Israël beschuldigde van genocide tegen het Palestijnse volk. Het feit dat Zuid-Afrika hier een leidende rol in nam, verbaasde me niet. Het herinnerde me aan het boek ‘Het goede verhaal’ van J.M. Coetzee en psychotherapeut Arabella Kurtz, waarin zij spreken over de kunst van het vertellen. Het is geen roman, en ook geen klassiek psychologisch werk, maar een boeiende dialoog tussen een auteur en een psychotherapeut. Kurtz gaat in gesprek met Coetzee vanuit een interesse in de psychologische processen van Coetzees personages, en ze spreken over wat het betekent om verhalen te vertellen over pijn, waarheid, verleden, schuld en identiteit.

Ze raken daarbij aan de psychologische mechanismen die genocide mogelijk maken, voortzetten of ontkennen. Dit vanuit de belevenissen van authentieke personages van Coetzee: zij  die reageren op pijnlijke waarheden, door bijvoorbeeld te erkennen én te ontkennen tegelijkertijd - wat ze ‘gespleten reacties’ reacties noemen in de context van koloniale genocide; zij die hun pijn verwoorden in verhalen, zij die zich verbergen achter afstand of ontkenning, en zij die willen helen en vooral willen (over)leven.

Vaak gaat het niet om uitzonderingen, maar zijn de personages een reflectie van ‘de menselijke staat’:

 ‘We are creatures of story, but our stories are not always whole.’

​

Coetzee en Kuntz spreken over verwerkingsprocessen op niveau van een personage, het individu, maar evengoed over samenlevingen, die selectief erkennen en rouwen met voorwaarden : ze herinneren wat past en vergeten de rest.

​

Erkenning maakt zichtbaar

Dit is ook waar Métraux goed in is : het zichtbaar maken van wat niet verteld wordt, het verwoorden van datgene wat families, samenlevingen zelfs hele naties proberen te (ver)stoppen, niet altijd uit kwade wil, maar omdat het ondraaglijk is.

Erkenning speelt een grote rol in hoe samenlevingen omgaan met verlies, schuld of collectieve wonden. Ze bepaalt of trauma zich kan omvorming tot herinnering, of kan blijven woekeren als verstoring. Zoals de erkenning die het Joodse volk kreeg na de tweede wereldoorlog : musea, leermaterialen, hun leed in vele verhalen gegoten, ook in boeken en beeldmateriaal.

Men zei niet alleen “ja, dat was erg”, maar “Vertel het me. Laat het me zien, ook al vind ik het ongemakkelijk.”

 

Wat me opvalt,​ is dat de erkenning van het Joodse lijden niet gepaard ging met publieke speculaties over 'dreiging' of 'wraaklust' bij de slachtoffers. In de Palestijnse context daarentegen klinkt té vaak, nog voor de slachtoffers begraven zijn, de suggestie dat hun nabestaanden "nu wel wraak zullen willen". Zo worden zelfs onschuldige kinderen in een frame geplaatst waarin zij een gevaarlijke toekomst worden toegeschreven, nog voordat hun huidige lijden volledig is erkend. Dat is het zout in de wonde wrijven : het leed verergeren door het heden en de pijn onvoldoende of niet te erkennen. 

​

In erkenning zitten verschillende lagen, en niet iedereen gaat op dezelfde manier om met erkend worden, en dat is precies wat erkenning geen simpel gebaar maakt; het vraagt immers om echte betrokkenheid en mag niet louter een symbolisch gebaar.

​

Wat wel belangrijk is, is die open houding waarbij je het verhaal van de ander toelaat. Als dat niet gebeurt, blijft trauma ‘bevroren’ (Métraux) of verstommen en herhaalt het zich (Coetzee en Kurtz). Zonder getuigen is er geen verhaal, zonder verhaal is er geen rouw en zonder rouw is er geen herstel.

​

Palestina, soms  radicaal empathisch

Een ‘speciaal verhaal’ is dat van de Palestijnen, die al sinds 1948 in een staat van onderdrukking leven. Veel Palestijnen hebben, ondanks het voortdurende trauma, een vorm van veerkracht ontwikkeld die elders zelden zo zichtbaar is: aandacht voor kunst, educatie, humor en collectieve rituelen, dàt typeert Palestina. Van dat educatief en cultureel erfgoed, schiet vandaag nog weinig over, platgebombardeerd als het land is. In de documentaire ‘No Other Land, zegt een Palestijn:

​

“Ze ontnemen ons onze rechten. Zij hebben een grote militaire en technologische macht. Maar… ze mogen niet vergeten hoe zij ook ooit te zwak stonden. Zij hebben op dezelfde manier geleden.”

 

De documentaire eindigt ongeveer een maand voor 7 oktober 2023, en laat zien dat onderdrukking er zéker ook was voor die datum. Maar het laat vooral ook zien hoe mensen in de eerste plaats bezig zijn met overleven en willen kunnen bestaan zonder bedreiging en kunnen bloeien. Tegelijkertijd wordt empathie getoond tegenover de onderdrukker. Vanuit psychologisch oogpunt zou je dit radicale empathie kunnen noemen, het vermogen om, zelfs onder onderdrukking, de menselijkheid van de ander te blijven zien; alsof je niet wil toestaan dat het onrecht van buitenaf, ook als is het tegen jou gericht, je identiteit van binnen bepaalt.

​

Erkenning, meer dan een politiek gebaar

Zelfs slachtoffers kunnen worstelen met erkenning, zeker als die door de rest van de wereld wordt ontkend. Zij vertellen verhalen om te kunnen blijven bestaan; soms om hoop te bieden, soms om de eigen waardigheid niet te verliezen. Hun verhalen kunnen veranderen, verschuiven, zachter worden, of net scherper. Niet uit een onwil of onvermogen om de waarheid te vertellen of onder ogen te zien, maar omdat ‘herinneren’ een op zich dynamisch en pijnlijk proces is.

​

En wat met de daders en de getuigen, die ‘rest van de wereld’? Coetzee vertelt ons via zijn personages dat mensen in staat zijn om verhalen te maken die hun eigen morele onschuld beschermen, zelfs als ze weten dat die verhalen niet helemaal waar zijn. Dat geldt voor individuen, maar ook voor naties. Denk aan narratieven zoals ‘we verdedigden ons alleen maar, zij begonnen.’ Volgens hem hebben daders én toeschouwers van collectieve misdaden vaak een moreel vereenvoudigd verhaal nodig om hun acties of passiviteit te verantwoorden. Zonder dat verhaal, zou hun zelfbeeld kunnen instorten. Wat we vandaag in Gaza zien, is het gevolg van decennia van ontkenning , wegkijken of een snufje symbolische erkenning zonder grote gevolgen; bijvoorbeeld in de vorm van UN-scholen, beperkte diplomatieke statements of herdenkingsdagen, maar zonder dat dit alles gepaard ging met structurele verandering, schuldinzicht, laat staan herstel.

​

Zonder echte erkenning blijft trauma rondjes draaien, met als gevolg soms emotionele verdoving, soms bevriezing en soms ook verzet. Met oprechte erkenning, niet als politiek statement, maar als menselijk gebaar, kan iets in beweging komen, namelijk ruimte voor verwerking, voor verhalen en vooral voor waardigheid.

​

En wat als we het wel benoemen?

Métraux beschrijft trauma als een diepvries waarin verschillende stukken trauma als pakjes vlees verpakt zitten. Hij waarschuwt ervoor niet zomaar de stekker uit de diepvries te trekken, want dat is ‘te veel vlees’ om in een keer te verteren. Dat kan het trauma verergeren, ‘het vlees wordt rot voor het kan verwerkt worden’. Voorzichtig moet één pakje vlees per keer ontdooid worden en toegelaten in het bewustzijn.

Geen idee of die erkenning op grote schaal er ooit komt voor de Palestijnen.  We kunnen elk bijdragen door te luisteren, door mee te lezen, door bijvoorbeeld de namen van getelde dode kinderen te erkennen (we weten niet hoeveel er niet geteld zijn). Al Jazeera en The Washington post lijstten ze op. Vandaag, 7 augustus 2025, staat de teller op 18.500 kinderen tussen 0 en 17 jaar

bottom of page